AquaProtec met een mop of spons op een vooraf gereinigde en derhalve vrij van eventuele waslagen, vuil en vlekken gemaakte, schone en droge vloer aanbrengen. Ruim en gelijkmatig opbrengen en laten intrekken. AquaProtec kan ook met een spuit gelijkmatig versproeid en direct met een spons of wisser verdeeld worden.

Op het oppervlak achtergebleven overtollig restproduct, voor het indrogen, met een vliesdoek machinaal verwijderen en opwrijven.

Sterk zuigende oppervlakken dienen een tweede maal (nat in nat) behandeld te worden. Reiniging van gereedschappen met water. Aanbevolen verwerkingstemperatuur: 5 – 25°C. Let op: Altijd het gehele oppervlak van een ruimte behandelen. Gedurende de behandeling kan het oppervlak er vlekkerig uitzien; dit verdwijnt echter na droging. Sproeivlekken op hout, glas, pvc, geverfde oppervlakken en kitvoegen met een doek verwijderen.

Verbruik